Het is dinsdagmiddag, het programma met de oudste groep is al begonnen, we hebben net een deel van het sprookje van Assepoester gelezen, als er rustig op de deur wordt geklopt. Ik doe open en schoorvoetend komt ze binnen. ‘Is mijn buurmeisje er niet?’ ‘Nee, die is er vandaag niet, maar kom binnen, je mag wel naast Sibel gaan zitten. We gaan net beginnen met kleuren. Misschien vindt ze het nog wel spannend om naast een ander te gaan zitten, want ze kiest een tafeltje uit waar ze alleen zit. Toch komt ze niet veel later naast Sibel zitten.

Ze komt wel vaker, maar nooit alleen. Ze zal zo’n 12 jaar oud zijn, gaat niet naar school, spreekt amper de Roemeense taal, schrijven en tellen gaan moeizaam. Meestal krijgt ze nog een werkblad met voorgedrukte letters en cijfers die ze alleen maar over hoeft te trekken. Echter een kleurplaat kleuren is geen probleem.

Misschien was ze normaal wel niet alleen gekomen, maar vandaag heeft ze een doel.

Als ik even later ook bij hen ga zitten kleuren komt de vraag. ‘Foto?’ O ja, de foto, helemaal vergeten. Vrijdag hebben we de foto’s met de zelfgemaakte lijstjes aan de kinderen mee naar huis gegeven. Haar zusje was er toen wel, en die kwam natuurlijk thuis met een foto. En ja, toen dacht zij ook, ik ben ook op de foto gekomen en heb ook een lijstje gemaakt.

Snel loop ik naar de andere kamer, om haar lijstje met foto te pakken. Ze neemt het lijstje in twee handen en kijkt er aandachtig naar, er verschijnt een glimlach op haar gezicht. Natuurlijk willen de andere meiden de foto ook zien. Trots laat ze haar portret zien. Dan kijkt ze er zelf nog weer naar om het lijstje na een minuutje vlakbij haar neer te leggen. Tijdens het kleuren pakt ze soms het lijstje weer even op en kijkt ze naar haarzelf op de foto. Nadat we gekleurd hebben gaan we lezen en schrijven. Zij krijgt een werkblad dit keer met het cijfer ‘9’. Ik vertel haar dat dit de ‘9’ is en we nummeren nog een keer tot 10. Met een beetje hulp lukt het wel. Dan trekt ze de cijfers over. Af en toe kijkt ze weer naar de foto waar ze zelf op staat.

Na het schrijven en lezen spelen we yenga en zetten we ons allemaal rond een tafel. Eerst aarzelt ze nog wat, kijkt ze wat Sibel doet en dan komt ze er bij zitten. Als we aan het spelen zijn durft ze ook wat te zeggen. Maar dan is het opeens, ‘Mijn foto!’.

Paula was intussen al begonnen met opruimen en had haar foto weggelegd. Gelukkig is de foto dus snel weer boven water. Ze pakt het lijstje weer met twee handen vast en kijkt weer even vol aandacht naar haar eigen foto, weer verschijnt de glimlach op haar gezicht. Die foto, haar schat, bijzonder, misschien is het wel de enige foto die ze van zichzelf heeft….