Het moet ergens in oktober zijn geweest. De vriendelijke mevrouw die de straat aanveegt in het centrum vertelde me dat ze de zorg heeft voor haar twee neefjes. Toen ze de namen noemde, zij ik vol verbazing, maar die ken ik! Die kwamen bij ons naar het centrum, de een om huiswerk te maken, de ander ging naar de kleuter-/peuterklas. Vanaf die dag, elke keer als ik haar weer tegenkwam, vroeg ik even hoe het met de jongetjes ging.

Ze vertelde me dat ze hen graag naar school wil sturen, zelf was ze nooit naar school geweest en ze kon dus niet lezen en schrijven. Daarom veegt ze nu elke dag de straat aan, zwaar werk, maar je doet iets om de kost te verdienen. ‘Waarom schrijf je ze dan niet in?’ vroeg ik. ‘Er is niemand die ze naar school kan brengen, mijn moeder is ziek en mijn zus en ik werken overdag’ was het antwoord. Een andere keer toen we het er weer over hadden gaf ze aan dat ze eerst vrij moest hebben om de voogdij rond te maken en het is zo moeilijk om vrij te krijgen. Begin december was de voogdij rond. Alleen was haar ID verlopen en moest ze eerst een nieuwe aanvragen. Zo was er dus elke keer weer wat. Zo werd het november, december en nu was het inmiddels al januari.

Op een woensdag aan het einde van de dag gingen we bij de beide zussen en de twee jongetjes op bezoek. De moeder was er ook. Natuurlijk bespraken we het onderwerp ‘school’. ‘Volgende week neem ik 3 dagen vrij en ga ik ze inschrijven’. Ze zou dan ook vragen om een lijst met schoolbenodigdheden zodat wij konden kijken waar we ze mee konden helpen. het einde van het bezoek, brachten we de noden van de familie in gebed, ook dit punt, en daarna vertrokken we.

Maandag iets na 10 uur kwam ze binnen, met de lijst bij zich. Snel keken we wat we nog over hadden van de shop, een grijs potlood, schriften voor wiskunde, een puntenslijper, gum, etui, kleurpotloden, lijm, schaar, tas, etui en wat er nog bij gekocht moest worden: twee keer het schriftje met schrijflijntjes voor klas 1, een boekje waarin de juf de cijfers kan noteren en een liniaal. ‘Kom vanmiddag maar weer, dan zorgen we dat de rest ook hebben’ vertelde ik haar. Snel ging ik naar de Roemeense Action en de boekhandel om dat wat nog ontbrak te kopen. ’s Middags kwam ze weer terug om alles op te halen. Op de foto hierboven zie je een lijst met hierop alle benodigdheden. Uiteindelijk konden we alles afstrepen. 

En vandaag was het dan zover, het oudste jongetje ging voor het eerst weer naar school en ’s middags zat hij naast me tijdens het eten en het spel. Daarna luisterde hij net als de andere kinderen naar het verhaal over Maria die op bezoek gaat bij Elisabeth. Hierna gingen de kinderen die geen huiswerk hadden knutselen en wij gingen huiswerk maken. Het huiswerk dat de juf in zijn schrift had geschreven was nog iets te moeilijk, maar de letter A maken, dat kon hij al wel en had hij vandaag ook op school geoefend. Daarna was de concentratie op en werd het hoog tijd om even lekker met de blokjes te spelen.

En weet je wat zo mooi is, vandaag kwam zijn andere tante bij ons, ze had haar oudste zoon ingeschreven voor de tweede kans klas, morgen mag hij beginnen. Dit is een klas die bedoeld is voor oudere kinderen die niet of nauwelijks naar school zijn geweest. Zij kunnen dan twee jaar in één jaar doen en stromen dan in. Dankzij alle schoolspullen die we uit Nederland hebben gekregen konden we ook deze jongen helpen met schriften en andere schoolbenodigdheden.

Tijdens de Bijbelles vertelde ik dat de baby in de buik van Elisabeth sprong van vreugde toen Maria binnenkwam. In mijn hart voelde ik ook vreugde, vreugde over twee jongens die weer naar school gaan en hopelijk een betere toekomst krijgen dan hun ouders en tantes. Ook was ik dankbaar, dankbaar dat dit gebedspunt daar in dat huisje op die woensdagmiddag was verhoord.